Slobkousbij

Slobkousbij

Als de grote wederik bloeit, heb je grote kans om de slobkousbij te zien.
De slobkousbijen zijn middelgrote zwarte bijtjes, tussen de 7 en 9 millimeter.
Ze zijn een stuk kleiner dan een werkster van de honingbij. De werkster is zo’n 12 millimeter, dat is 5 millimeter langer.
De grote wederik is te vinden rond het bruggetje tussen de twee grote vijvers in het park. (Als je de achteruitgang van de kinderboerderij neemt, ga je na de ophaalbrug rechtsaf).

Olieverzamelend bijtjeDSC01109_grote_wederik-slobkousbij_mwpk kl
De slobkousbijen, de gewone en de bruine slobkousbij, verzamelen stuifmeel en olie bij de wederik. Dit zijn de enige bijen die olie verzamelen.
In het park vind je de niet zeldzame ‘gewone slobkousbijen’.
De slobkousbijen gebruiken de olie van de wederik om het nest vlak onder de grond waterdicht te maken. Ze nestelen in de buurt van de grote wederik, die graag op vochtige grond staat. Meestal in de helling van een wateroever. De vrouwtjesbijen smeren de olie aan de binnenkant van het nest. Bij een tijdelijke overstroming blijven zo de bewoners van het nest en het voedsel droog. Andere bijen maken hun nest ook waterdicht, maar gebruiken daar was voor dat ze zelf uitscheiden. Het stuifmeel is nodig als voeding voor de larven.

Slobkous
De vrouwtjes halen de olie uit (vooral de grote) wederik met speciale haren op de voor- en midden-pootjes en verplaatsen de olie tijdens het vliegen naar de achterpoten. Op de achterpoten zitten lange verzamelharen. Hierin mengen ze de olie met de stuifmeelkorrels.
Vanwege de opvallend gekleurde verzamelborstels kreeg de familie de naam slobkousbij. De bovenste lange haren zijn wit en de onderste kortere haren zijn zwart en daarmee lijken ze op de “slobkousen”.

Slobkousen zijn korte beenkappen die mensen over de instap van schoenen of klompen droegen. Slobkousen werden gebruikt om het schoeisel en de broek te beschermen tegen vuil en beschadiging. Vergelijkbaar met gaiters of gamaschen die je onderbeen en de bovenkant van je schoen bedekken en je zo beschermen tegen regen, modder en sneeuw.

Solitaire bij
De slobkousbij is solitair, net als veel andere wilde bijen. Maar de ingangen van de nesten kunnen in kleine groepjes bij elkaar liggen. Solitair betekent dat het vrouwtje zelf een nest maakt met kamertjes. In elke kamer legt ze een ei en voldoende stuifmeel voor de larve. De larve wordt, net als bij vlinders, een pop en komt zo de winter door. De bijen komen uit hun poppen rond de langste dag, precies rond de tijd dat de grote wederik begint te bloeien. Eerst komen de mannetjes uit de grond en daarna de vrouwtjes. Je ziet de mannetjes soms op de wederik zitten wachten.DSC07916 kleur

Nectar
De Wederik is de enige bloemenfamilie die zogenaamde oliebloemen heeft. De klierharen op de voet van de vergroeide helmdraden scheiden de olie af. De wederik heeft geen nectar. Daarvoor gaan de bijen naar andere bloemen, zoals de distels en wilgenroosjes die in de buurt van de grote wederik en het nest staan.

Herkenning
Slobkousbijen zijn zwarte, weinig behaarde bijen met smalle witte haarbandjes op het achterlijf. De vrouwtjes zijn te herkennen aan de witbehaarde schenen in combinatie met donkere dijen en voetjes. Het gezicht van de mannetjes is opvallend heldergeel.

Meer informatie:
Zoek de slobkousbij op waarneming.nl
Kijk op wildebijen.nl

Op de wilde bijen site melden ze dat verkeerd maaibeheer (maaien rond eind mei/begin juni) vlak voor de bloei van de Grote wederik de oorzaak is van plaatselijke teruggang. Dat leek in het wijkpark ook een probleem te worden. Daarom is in 2019 een beheergroep voor het behoud van de Slobkousbij opgezet, zodat de voor de slobkousbij belangrijkste planten blijven staan.

DSC01115_grote_wederik-slobkousbij